De inwoners van de mediterrane landen koken zelden zonder olijfolie. Hun voedingspatroon, dat in vergelijking met het Noord-Europese minder vlees en dierlijke vetten bevat en meer deegwaren, fruit, groenten en olijfolie, raakt langzaamaan wereldwijd verspreid. Olijfolie biedt een ruime waaier van smaken en aroma’s, zodat men voor elk gerecht de juiste olie kan vinden: het aanbod varieert van een zachte tot een uiterst krachtige olie, over een fijnere, ietwat doorsmakende, geurige en fruitachtige soort. Olijfolie is niet alleen ideaal voor gebruik bij rauwe voedingsproducten, maar ook voor het bakken, het braden en het frituren van gerechten.
Olijfolie uit de streek rondom het Gardameer
Enkele olijfolies zijn zelfs beschermd en hebben een zogeheten DOP-zegel. DOP staat voor ‘Denominazione di Origine Protetta’. Olijfolies met een schermde herkomst krijgen deze titel en vormen zodoende een garantie. Bekende olijfolies die de DOP-titel dragen zijn Euganei Bercici, Valpolicella en del Grappa.
Bij het braden van grote stukken wild en bij de bereiding van polenta wordt voornamelijk boter gebruikt. Olijfolie wordt vooral gebruikt voor het klaarmaken van rauwkost en salades of voor de bereiding van emulgerende sauzen en vinaigrettes. Maar olijfolie wordt ook gegeten bij brood, bij groenten en bij vele vissoorten.