Het dorpje Dongo is gelegen op de aangeslibde vlakte die is ontstaan door de rivier de Albana. De oudste nederzetting komt overeen met de gehuchten van San Martino en Barbignano. Het dorp is dicht gelegen bij de Mera vallei en de Sint Jorio pas. Het kon zich dan ook ontwikkelen op zowel het industriële als op het toeristische vlak. De economische importantie van het gebied was in vroeger tijden al bekend. Dit kwam vooral door de weg die het Comomeer verbindt met het Zwitserse Bellinzona. De ijzermijnen in het gebied werden vanaf de 15de tot aan de 19de eeuw geëxploiteerd.
Op 27 april 1945, op de weg tussen Musso en Dongo, nam een divisie partizanen Benito Mussolini, Claretta Petacci en enkele fascistische ministers gevangen. Zij waren op weg naar Zwitserland. De fascistische ministers werden naar het Palazzo Manzi gebracht waar ze onmiddellijk werden berecht. Ze kregen de doodstraf en deze werd nog dezelfde dag voltrokken. Mussolini en Petacci werden naar Mezzegra gebracht waar ze hun laatste nacht doorbrachten in Casa De Maria. Op de ochtend van 28 april 1945 werden beide mannen geëxecuteerd. In het stadhuis van Dongo hangen enkele foto’s die herinneren aan deze gebeurtenissen.
Internet:
Dongo – officiële website